Tijd is iets wat we iedere dag gebruiken. We maken afspraken om een bepaald tijdstip en op een bepaalde datum. We herdenken en vieren andere data. Dus tijd is erg belangrijk in ons dagelijks leven. Ook is het belangrijk dat we in dezelfde tijd meten. Dat als ik afspreek om 12 uur dat jij dan om dezelfde tijd op de afgesproken plaats bent. In de archeologie is dat niet anders. We kunnen vaak niet spreken over daadwerkelijke jaartallen dus spreken we over archeologisch perioden. In dit artikel lees je hoe de tijd wordt ingedeeld in de archeologie. Wat is de Prehistorie en wanneer begon de Romeinse tijd, en meer.
Tijd is iets abstracts. We hebben regels en afspraken hoe we omgaan met tijd. Maar iedereen ervaart tijd anders. Ook in de archeologie zijn afspraken over de tijd, toch kunnen deze weer verschillen per land of continent. In dit artikel ga ik in op de verdeling van de tijd in Nederland.
Waarom is het belangrijk?
Waarom is het belangrijk dat we op een standaard manier naar het verleden verwijzen. Dat heeft er simpel weg mee te maken dat we elkaar zo makkelijk mogelijk willen begrijpen. Als ik met mijn collega praat over een opgraving die ik heb gedaan met daarin een huis uit de Late Middeleeuwen dan weet hij direct waar ik over spreek. Zonder dat ik moet gaan uitleggen wat ik versta onder de Late Middeleeuwen.
De indeling van de tijd in de Archeologie
Heel kort hebben we vier grote tijdsperioden in de Archeologie. Deze worden weer onderverdeeld in kleinere perioden. De vier perioden waar we vaak over spreken is de Prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Hieronder zal ik deze periode bespreken en in welke kleinere periode deze opgedeeld worden.
De Prehistorie
Als we het gaan hebben over de indeling van de tijd laten we dan maar beginnen met de Prehistorie. De Prehistorie is ook de langste periode in de geschiedenis van de mensheid. Er is veel discussie welke periode precies de Prehistorie is. In Nederland wordt er simpel gezegd de Prehistorie is de periode voor het geschreven woord. En om precies te zijn de periode voor dat de mensen in Nederland geschreven teksten achter lieten.
De Prehistorie kan worden ingedeeld in de Steentijd, Bronstijd en IJzertijd. Deze perioden danken hun namen aan het materiaal dat als nieuw materiaal werdt geïntroduseerd om werktuigen van te maken.
De Steentijd
De Steentijd wordt in de archeologie onder verdeeld in het Paleoliticum (oude steentijd), Mesoliticum (midden steentijd) en Neoliticum (jonge steentijd).
Het Paleolithicum is de langste periode in de Prehistorie namelijk van 500.000-8800 voor Chr. In deze periode leefde Neanderthalers en mensen in Nederland. In deze periode viel in de ijstijd. Hierdoor was Nederland niet constant bewoond. De mensen die in Nederland woonde waren jager-verzamelaars.
Rond 8800 was de ijstijd voorbij en werd het klimaat beter. Hierdoor veranderde de omgeving van een kaal en open landschap naar een bosrijk landschap. Hierdoor gingen mensen anders leven. Mensen bleven jager-verzamelaars, maar ze gingen op andere dieren jagen. Deze periode noemen we het Mesolithicum. Het Mesolithicum duurde tot 5300 voor Chr.
Rond 5300 voor Chr. kwamen de eerste boeren naar Nederland. Een deel van de mensen bleven jager-verzamelaars, maar het idee van het boeren leven verplaatste zich langzaam maar zeker. Tot dat bijna iedereen een boerenbestaan ging leven.
Wil je meer lezen over de steentijd? Lees dan dit artikel over de steentijd.
De metaaltijden
De metaaltijden beginnen rond 2000 voor Chr. met de introductie van het brons als materiaal. In Nederland onderscheiden we twee metaaltijden. Namelijk de Bronstijd en de IJzertijd. In her Oosten onderscheiden sommige landen drie metaaltijden. Namelijk de Kopertijd, Bronstijd en IJzertijd. Dit verschil komt door dat er in Nederland geen koper voorkomt.
Rond 2000 voor Chr. begint de Bronstijd in Nederland. Brons is een metaal dat gemaakt wordt door tin en koper met elkaar te mengen. Zoals hiervoor benoemd komt koper niet voor in Nederland, ook komt tin niet voor in de Nederlandse bodem. Dit geeft al aan dat er contact was tussen verschillende mensen in Europa. De mensen hier in Nederland hadden dus contact met mensen in andere gebieden in Europa om daar brons van te kopen of te verhandelen.
In de laatste steentijd kwam de omslag van een jager-verzamelaar economie naar een boeren economie. In de Bronstijd waren alle mensen die in Nederland leefde boer.
De Bronstijd duurde tot 800 voor Chr. hierna begon de IJzertijd. De naam zegt het al mensen gingen werktuigen van ijzer maken. IJzer heeft een hoger smeltpunt dan brons waardoor het moeilijker is om te smelten. Maar in tegenstelling tot brons komt ijzer wel voor in Nederland.
IJzer kan je in Nederland in de moeras gebieden vinden als moeras ijzeroer en op de Veluwe in de vorm van klapperstenen. De IJzertijd eindigde 12 na Chr. met de komst van de eerste Romeinen naar Nederland.
De Romeinse tijd
De Romeinse tijd begon toen de eerste Romeinen het zuidelijk deel van Nederland binnen kwamen. De Romeinen begonnen als stadstaat in het huidige Italië. Vanaf 600 voor Chr. begonnen de Romeinen met het uitbreiden van hun rijk. En in 12 na Chr. zette ze voor het eerst voet op Nederlandse bodem.
Het Romeinse Rijk reikte tot aan de grote rivieren in Nederland. Dat betekent dat in Nederland we een Romeins en een niet Romeins deel hadden. In het Romeinse deel van Nederland bouwde de Romeinen wegen, religieuze gebouwen, civiele bouwwerken, wachttorens en forten.
De grens van het Romeinse Rijk inclusief de wachttorens en forten is vanaf 2021 wereld erfgoed (lees hier meer).
In het Zuidelijk deel van Nederland hadden de Romeinen het voor het zeggen. In het Noordelijk deel van Nederland leefde de mensen zoals ze daarvoor in de IJzertijd leefde. Wel weten we dat de mensen in niet Romeins Nederland contact hadden met de Romeinen. Bij verschillende opgravingen zijn Romeinse producten terug gevonden in het Noorden van Nederland.
Middeleeuwen en daarna
De middeleeuwen begint rond het jaar 450. Rond 450 stort het Romeinse Rijk in en wat er overblijft, is de Vroege Middeleeuwen. De Vroege Middeleeuwen wordt vaak gezien als de Dark ages; een periode van onrust, achteruitgang en volksverhuizingen. Na de Vroege Middeleeuwen begint rond 1250. Vanaf 1500 spreken we in de archeologie van de Nieuwe tijd. Deze periode loopt technisch gezien nog tot vandaag de dag, maar daarover straks meer 😉
Vroege Middeleeuwen
De Vroege Middeleeuwen in Nederland begint met de val van het Romeinse Rijk. De periode wordt vaak gekarakteriseerd als een periode van volksverhuizingen. Dit moet niet gezien worden als iedereen pakte zijn spullen en vertrok, en andere mensen kwamen zomaar aan lopen en gingen op deze plaatsen wonen. Uit onderzoek weten we dat de mens constant migreert om betere plekken te vinden om te gaan wonen.
In de Vroege Middeleeuwen bestond de samenleving uit drie lagen. De adel en geestelijkheid en de boeren. Mensen woonde vooral in kleine boeren gemeenschappen.
Late Middeleeuwen
De Late Middeleeuwen wordt gekenmerkt door de opkomst van de steden. Al voor de Middeleeuwen bestonden er steden, maar vanaf de Late Middeleeuwen werden de steden snel groter.
Met de opkomst van steden komt er ook een specialisatie van ambachten op. Ook komt er een specialisatie van materiaal op. De voorwerpen die mensen in hun huis hebben krijgen een speciale functie.
Nieuwe tijd
De Nieuwe tijd begint rond 1500. Rond deze tijd begonnen verschillende Europese landen ontdekkingsreizen te organiseren. Ook ontstond er een nieuwe manier van denken. Mensen kwamen los van het keurslijf dat de kerk in de Middeleeuwen oplegde. In de Middeleeuwen was het levensmotto van veel mensen Momento mori. Dit vertaald letterlijk naar gedenk te sterven of denk er aan je moet nog sterven. Het was dus een gebiedend vingertje dat je er aan herinnerde dat je zult sterven en dan ga je naar het vagevuur waar je zult branden voor al je (zogenaamde) zonden. In de Nieuwe tijd veranderde dit motto naar Carpe diem of pluk de dag.
Waar wil jij nou meer over weten?
Voor dit artikel heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Nederland in de Prehistorie Holleman” target=”_blank” rel=”noreferrer noopener”>Nederland in de Prehistorie door T. Holleman.
de eerste gouden eeuw” target=”_blank” rel=”noreferrer noopener”>De eerste gouden eeuw door L. van der Tuuk.