Wat vind ik nu zo leuk aan de archeologie

Ik probeer met verschillende artikelen mijn passie over te brengen aan iedereen die het maar interesseert. En ik krijg regelmatig de vraag wat is nu het leukste vind. En één ding kiezen als leukste aspect aan mijn werk vind ik zo moeilijk. Maar vandaag zal ik antwoord proberen te geven op de vraag wat ik zo leuk vind aan de archeologie.

Wat vind ik zo leuk aan de archeologie

Dat ik archeologie leuk vind moet duidelijk zijn. Ik werk als archeoloog en schrijf er ook over. Maar wat vind ik er nu precies zo leuk aan. En eigenlijk is dat alles, maar dat is niet echt een goed antwoord. Maar hier volgen een aantal van de punten die ik zo leuk vind aan de archeologie.

Het is altijd een verrassing

Het is eigenlijk elke keer weer een verrassing wat we tegen gaan komen. Er is altijd wel een verwachting, maar echt zeker weten doen we het nooit.

Zo kan er een verwachting voor Prehistorie zijn. Maar welke periode, en wat dan dat weet je vaak niet. We kunnen beredeneren dat gezien de locatie bewoning wel of niet mogelijk was. Maar echt zeker weten doen we pas als we de bovengrond hebben weggegraven en we de sporen kunnen zien.

Archeologie opgraving/proefsleuf
Bron RCE

Geen enkel onderzoek is hetzelfde

De titel zegt het al. Je hebt standaard onderzoeken en afwijkenden onderzoeken, maar dan nog geen enkel onderzoek is hetzelfde. De bodemopbouw is altijd wel weer net anders. Je vind andere dingen of je vind helemaal niets. Maar wat heb je dan gevonden of waarom heb je niets gevonden. Ieder onderzoek dwingt je scherp te blijven en het is altijd weer net anders dan het vorige onderzoek. En deze afwisseling en uitdaging die maakt het werk voor mij zo leuk.

Je komt dicht bij de mens

In een ander artikel heb ik al eens beschreven dat archeologen doen onderzoek naar ‘gewone’ mensen. Terwijl historisie onderzoek doen naar belangrijke mensen of gebeurtenissen vanuit historische bronnen.

De vondsten die we aantreffen op een archeologische opgraving waren van deze mensen. En ik vind dat je hierdoor heel dicht bij de persoon komt. Denk er maar eens over na. Deze pot is in de IJzertijd gebruikt door een vrouw om in te koken. Of door het gezin om hun voedsel in te bewaren. Deze pot was van hun, zij gebruikten hem en nu hebben archeologen hem terug gevonden. Het is een fysieke link tussen de archeoloog en de persoon die in de IJzertijd woonde.

Archeologie pot ijzertijd
Pot met kerfsnee IJzertijd

Je weet nooit alles

Deze moet ik toegeven is voor mij een beetje dubbel. De archeologie is z’n groot beroep dat je nooit alles weet. Maar zelfs als je je specialiseert zoals ik aan het doen ben/ wil doen, dan nog zal je nooit alles weten.

En dat betekent dat je een leven moet blijven leren. Dit is ook het credo van de beroepsgroep, een leven lang leren. En dat betekent dat er dus bij wijzen van spreken iedere dag iets te ontdekken is. En dat geeft je een doel, maar tegelijk betekent het ook dat je dingen zal tegen komen die je gewoon niet weet.

Het is een enorme puzzel

Iedere archeologische opgraving en iedere vondst zijn een puzzelstukje. Als je maar genoeg van deze puzzelstukjes bij elkaar kan brengen dan kan je het plaatje zien.

We zullen waarschijnlijk nooit alle puzzelstukjes vinden. Maar als we er genoeg vinden dan kunnen we de missende delen vanzelf invullen.

Wat is nu dat plaatje vraag je? Dat is de geschiedenis van Nederland. En dan niet zoals die geschreven staat, maar zoals die zich echt heeft afgespeeld. Want de geschiedenis is geschreven door een paar belangrijke mensen, vooral mannen, maar de geschiedenis is meer dat dat wat geschreven staat.

Geef een reactie